logo

Werkwijze


Druk je uit laat leerlingen schrijftaal, beeldtaal en lichaamstaal ervaren als communicatieve, betekenisgerichte activiteit. Het vertrekpunt voor expressie is steeds de persoonlijke ervaring en belevingswereld van het kind. Deze werkwijze van Druk je uit heeft in de loop der tijd vorm gekregen, dankzij rijke praktijkervaring en de vele bijzondere ontmoetingen met kinderen, ouders en leerkrachten. De basis ervan ligt in drie bestaande werkwijzen: Taaldrukken en Taalvorming, Schrijfdans en Tamalpa Life/Art Process.

De programma’s leveren een bijdrage aan diverse kerndoelen in het onderwijs en er is in de uitvoering altijd afstemming op de doelgroep, de schoolvisie en het curriculum. Bovenal wil Druk je uit een waardevolle bijdrage zijn aan de ontwikkeling van kinderen en hun creativiteit, taalplezier en verbinding meegeven.

“Lichaam, beweging en kunst verbinden ons actief en creatief met onszelf, met elkaar en met de wereld.” (Daria Halprin)

UITGANGSPUNTEN


Taalvorming en taaldrukken
Taalvorming en taaldrukken is vanaf 1974 ontwikkeld in de Taaldrukwerkplaats, geïnspireerd door het pedagogisch gedachtegoed van zowel Freinet als Vygotsky. De werkwijze brengt leerlingen in aanraking met de rijke taal van schrijvers en dichters en put inspiratie uit de eigen ervaring, (jeugd)literatuur en (beeldende) kunst. Het schrijven van gedichten en korte teksten staat centraal. De deelnemers leren hun gedachten en ervaringen zo krachtig en beeldend mogelijk op te schrijven en te verbeelden.
De taalronde is een belangrijk onderdeel van taalvorming, waarbij alle taalvaardigheden (spreken, luisteren, schrijven, lezen) geïntegreerd aan bod komen. Voorafgaand aan het schrijven besteden we aandacht aan het vertellen vanuit de eigen ervaring. Hierdoor krijgen leerlingen een helder beeld van wat ze op papier willen zetten en ervaren ze dat iedereen zijn/haar verhaal heeft.

In groep 1 t/m 3 stimuleren taalvorming en taaldrukken de beginnende geletterdheid en het natuurlijke taalverwervingsproces, onder meer door het maken van ‘taaltekeningen’.

In groep 4 t/m 8 combineren deze werkwijze het schrijven vanuit de eigen ervaring met stijlopdrachten zodat leerlingen zich met gemak kunnen uitdrukken in verschillende communicatieve teksten zoals een verhaal, brief, verslag en gedicht. De teksten krijgen een kunstzinnige verwerking, in een boek of op een poster, gericht aan een publiek. De creatieve verwerking versterkt de boodschap van de tekst en zorgt voor een goed evenwicht tussen denken en doen.

Schrijfdans
Schrijfdans is een schrijfmethodiek, ontwikkeld in de periode 1986-1994 door schrijfpedagoge R. A. Oussoren. Schrijfdans combineert schrijven en bewegen/dansen, waardoor kinderen een op speelse en natuurlijke manier schrijfbewegingen leren maken: van de eerste krassen tot het schrijven van letters. Schrijfdans laat het fysieke lichaam, het gevoelsleven en de fantasie van kinderen tot uitdrukking komen in lijn en beweging. Het doel is dat kinderen zich prettig voelen in hun lichaam en daarmee vloeiend en flexibel kunnen bewegen. Dat resulteert in een ontspannen schrijfhouding en schrijfproces.

Schrijfdanslessen zijn doorgaans bedoeld voor kinderen in de groepen 1 t/m 3. Tijdens de activiteit luisteren de leerlingen naar verhalen, zingen ze liedjes, bewegen ze op muziek en ‘schrijftekenen’ ze dezelfde bewegingen op het bord of papier of op een ander schrijfoppervlak. De werkwijze gaat van bewegen in de ruimte naar bewegen op het oppervlak, van grof naar fijn motorisch, van werken met sensomotorisch materiaal naar werken met pen en papier, van beweging naar vorm, en van werken met twee handen naar werken met de voorkeurshand.

Tamalpa Life/Art Process
De werkwijze Life/Art Process is in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ontwikkeld door danser, kunstenaar en docent Anna Halprin en haar dochter Daria Halprin. Sinds 1978 leidt het Tamalpa Institute in Californië docenten en therapeuten op in deze werkwijze. Tamalpa Life/Art Process ziet het lichaam als auteur. Het lichaam herbergt alle levenservaring en is daarmee de bron voor creatieve expressie. Die expressie krijgt vorm in dans en beweging, beeldende kunst en drama, maar ook bijvoorbeeld in een hulpvraag of dilemma.

Bij Tamalpa Life/Art Process is het uitgangspunt dat de leerlingen hun ervaringen meebrengen naar de les in plaats van ze daar op te doen. Ze krijgen handvatten aangereikt om die ervaringen vorm en betekenis te geven: in een wisselwerking van werkvormen. Achtereenvolgens werken ze met beweging, beeld en taal en maken zo de verbinding tussen hoofd, hart en handen. Steeds is er de verbinding tussen drie bewustzijnsniveaus, tussen het fysieke lichaam, de gedachten en de emoties. Door in een groep waarneming, gevoelens, gedachten en herinneringen te delen bevorderen de deelnemers hun communicatieve vaardigheden. Hun expressie staat in relatie tot anderen, ze maken deel uit van een groter geheel. Zo worden leerlingen zich bewust van hun individualiteit en hun onderlinge verbondenheid.

In de werkwijze van Druk je uit komt Life/Art Process terug in de diverse programma’s, met name in het verbinden van de persoonlijke ervaring met beeldende en talige expressie. Het speelt bovendien een belangrijke rol in het begeleiden van leerlingen bij het geven van presentaties. Bewustzijn van het lichaam als expressiemiddel, in combinatie met taal en emotie, geeft leerlingen daarin een sterke basis. Door zich bewust te zijn van hun lichaamshouding, maar ook emoties als angst of schaamte waar te nemen en te herkennen, voelen zij zich vrijer om voor een groep te staan en zich uit te spreken.

KERNDOELEN


Druk je uit streeft in haar activiteiten en in de samenwerking met scholen naar:

  • enthousiasme van de deelnemers
  • betrokkenheid van de leerlingen en de eigen leerkracht
  • gelijkwaardigheid in de groep
  • structuur in de lesopbouw & veiligheid in de groep
  • spelenderwijs leren

 

De programma’s van Druk je uit dragen bij aan diverse kerndoelen van het basisonderwijs op de referentieniveaus van het domein taal: mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en begrippenlijst & taalverzorging. Daarbij sluiten het aanbod aan op de (TULE) kerndoelen Nederlands Mondeling onderwijs (1, 2, 3), Nederlands Schriftelijk onderwijs (5, 7, 8, 9), Nederlands Taalbeschouwing, waaronder strategieën (11, 12) en Kunstzinnige Oriëntatie (54, 55, 56). Binnen de 21ste eeuwse vaardigheden richt het programma met name op ‘communiceren’ en ‘sociale en culturele vaardigheden’.

Door de afwisselende werkvormen komen leerlingen in contact met verschillende communicatieve situaties. Er wordt doelgericht met elkaar uitgewisseld en ervaring opgedaan met het herkennen van de kern van een tekst of boodschap.
Door het (her)schrijven, verbeelden en bespreken van teksten leren leerlingen constructief communiceren met respect voor de ideeën en visies van anderen.

Zowel vakdidactische doelen (taal- en schrijfvaardigheid) als algemene pedagogische doelen (hoe gaan leerlingen met hun verhaal en die van anderen om) staan centraal.

OPBRENGSTEN


Creatief denken en kunstzinnige expressie
Het stimuleren van creatief denken genereert flexibiliteit. Wie op creatieve wijze oplossingen kan verzinnen in onverwachte situaties komt verder in het leven. Door te werken met diverse expressievormen, kunstzinnige materialen en technieken krijgen kinderen de mogelijkheid om te experimenteren en te ontdekken en zich breed te ontwikkelen.

Taalvaardigheid en taalplezier
Wanneer je ergens plezier in hebt, leer je makkelijker en sneller. Wanneer je plezier ervaart in het vertellen en schrijven van je eigen verhaal, leer je vanzelfsprekender de Nederlandse taal.
Iedereen heeft een verhaal om te delen met anderen. Het schrijverschap is niet slechts weggelegd voor enkelen. Leerlingen die denken dat ze niets te schrijven hebben of denken het niet te kunnen, ervaren door middel van de lesopbouw en de afwisselende werkvormen dat zij wel een verhaal hebben en dat hun woorden van waarde zijn.

Wezenlijk leren: leren met hart en ziel
Op kunstzinnige wijze uitdrukking geven aan wat je denkt, voelt en ervaart werkt helend – kunst voedt de ziel. Lichaam en geest, hart en ziel hebben aandacht en voeding nodig. Het is belangrijk om kinderen te leren om ook op die manier zorg te dragen voor zichzelf. Je bent als mens immers je eigen gereedschap. Gereedschap moet je goed onderhouden om er steeds opnieuw gebruik van te kunnen maken.